Doorgaan naar hoofdcontent

gelezen: het boek waarvan je wilde dat je ouders het hadden gelezen


image
Nadat ik van een aantal mensen hoorde dat dit boek hun nieuwe bijbel bij het opvoeden van hun kinderen is geworden, werd ik erg nieuwsgierig om het te lezen. Om te beginnen is het een heel fijn boek om te lezen als je zwanger bent of (jonge) kinderen hebt. Het is gevuld met zeer interessante informatie, geschreven door psychotherapeute Philippa Perry.

Het boek leest fijn en de stof is niet te ingewikkeld. Er staat een heleboel bruikbare informatie in die je meteen kunt toepassen. Je begrijpt hoe ouder-kind relaties in elkaar zitten en wat je beter wel en niet kunt doen in de opvoeding. Perry’s tips zijn gebaseerd op jarenlang research in de praktijk.


Ik heb een aantal lessen uit het boek uitgezocht. Deze ga ik zeker onthouden!

Iedere ouder maakt fouten, hoe goed je het ook probeert te doen

En dat is best een geruststellende gedachte. In het boek lees je keer op keer dat fouten maken erbij hoort, en dat het vooral gaat om hoe je ze weer oplost. Ben je een ouder die een ruzie lekker laat sudderen en het niet meer uitpraat? Of kom je er later op terug en leg je aan je kind uit ‘hey, dat was niet zo cool van mij’. Ben je een ouder die te trots is om fouten toe te geven, of kun je eerlijk zijn en erkennen dat het even niet ging zoals je wilde. Het draait allemaal om wat je na de fout doet.

De gevoelens van je kind

Wat ook duidelijk naar voren komt in het boek, is het erkennen van de gevoelens van je kind. Wanneer je kind zich bijvoorbeeld gestoten heeft en moet huilen, kun je op verschillende manieren reageren. Je kunt zeggen ‘ach dat viel best mee, daar hoef je niet zo hard om te huilen’. Oftewel, bagatelliseren en afleiden waardoor je kind zich niet gehoord voelt in zijn pijn. Je kunt je kind ook vastpakken en zeggen ‘ja, dat was niet zo leuk hè, dat doet pijn’. Ook al ziet het er als ouder niet altijd zo dramatisch uit als je kind erom huilt, het gaat erom dat je je kind serieus neemt, probeert te begrijpen en attent reageert. Dit is namelijk de basis voor een goede geestelijke gezondheid. Hierbij is het voornaamste; meevoelen, niet aanpakken.

Flexibiliteit

Een van de vaardigheden die je je als ouder maar beter goed kunt aanleren, is flexibel proberen te zijn. Wil je geen strijd met je kind hebben om ‘onbenullige’ dingen, ga dan met je kind mee. Zit je kind bijvoorbeeld in een fase dat het alleen eet wanneer je tegelijk een liedje zingt, zing dan vooral als het je kind helpt. Of wil je kind niet aan tafel zitten tijdens het eten, en rent het rondjes eromheen? Ren dan even een rondje mee! Je hoeft niet bang te zijn dat je dit over een jaar nog steeds aan het doen bent, want kinderen veranderen. Bedenk je dat alles een fase is. Wat nu werkt, hoeft straks opeens niet meer te werken. Je kind heeft namelijk steeds weer iets nieuws nodig, en laat dat meestal ook duidelijk merken.

Reacties